storm op zolder

De oefeningen die Zinderen aanreikt in de cursus Volle-Maan-Collage-Schrijven deden mij de voorbije dagen herhaaldelijk contact maken met mezelf als kind. De novemberstorm en een elfje(*) van een lid van de FB groep 366 elfjes in 2016 brachten mij bij een herinnering aan een novemberstorm uit mijn kindertijd.

Ik word wakker door gestommel achter de gesloten deur van de kamer waar mijn zus en ik slapen.  Ik hoor mijn vader fluisteren en dat is ongewoon voor zijn doen.  Mijn vader fluistert zelden en heeft altijd het hoogste woord (komt nu bij mij op).  Het maakt mij nieuwsgierig, ik sta op en ga op blote voeten kijken.  Brrr, ik voel mijn slaapkleedje rillen.  Ik open de deur en word door het licht op de overloop verblind.  Door mijn knipperende ogen heen zie ik het silhouet van mijn ouders. Mijn vader staat op zijn sloefen op de trap die hij even voorheen uit het kleine luik in het plafond naar beneden heeft getrokken. Hij heeft een zwarte balladeuze (een handlamp) in de hand. Mijn moeder staat met een materiaalkistje aan de voet van de ladder, klaar om mijn vader naar boven te volgen.

Mama fluistert: ‘ga maar terug naar bed’. Ik wil echter weten wat er aan de hand is.  Papa trekt niet zomaar midden de nacht naar de zolder. Nog voor mijn moeder de reden voor zijn nachtwerk met mij deelt vang ik de angst van mijn vader op. Nu trilt niet alleen mijn slaapkleedje maar mijn ganse lijf.  ‘Papa is bang dat het dak wegwaait’ zegt mama. Dit is niet voor het eerst.  Sociale woningen hebben ook een sociaal dak … Mijn vader – een socialer man dan mijn vader kende ik als kind niet – zou vannacht de handen uit de mouwen steken voor een noodgeval dicht bij huis, meer bepaald zijn eigen dak. Om ons dak te behoeden voor naderend onheil – de storm zou ons dak kunnen aanranden (*) – trok hij nu naar de zolder met mama als assistent. Plots bereikte mij een ander angstgevoel, die van mijn moeder.  Mama had er een hekel aan om die smalle treden van de steile zoldertrap te bestijgen, dàt wist ik.  Of ik met mijn vraag “papa mag ik helpen” mijn mama ter hulp snelde om haar te plezieren of om haar angst niet meer te voelen, weet ik niet.  Ik negeer mama’s afwijzende reactie, trek een trui over mijn slaapkleedje en sokken over mijn blote voetjes. Ik interpreteer het gemor van mijn vader als een goedkeuring van mijn voorstel.

Ik wurm mij door de smalle ruimte tussen de trap en de deuropening, neem het materiaalkistje van mijn mama over en volg mijn vader naar de zolder. Pikdonker is het in alle hoeken van de zolder.  Onze schaduwen werpen afwisselend kleine en grote gestalten op de muren en de dakpannen, afhankelijk van de stand van de balladeuze.  Mijn vader tast lichtend het ganse dak af.  Isolatie is nog niet aan de orde.  Ik kijk op de naakte pannen. Papa zegt dat het voegsel hier en daar verdwenen is.  De wind giert door de kieren. Het geluid van beukende windstoten tegen het dak gaat hand in hand met snerpende geluiden die ik niet kan thuiswijzen.

Waarom het toen niet bij mij opkwam om op stap te gaan met mijn fantasie weet ik niet.  Ik herinner mij enkel dat ik mij op sleeptouw liet nemen door mijn angst, hand in hand met de angst van mijn vader.

Ik heb geen idee hoe hij het klaar speelde maar mijn vader zette de klapperende dakpannen met ijzertjes vast terwijl ik de balladeuze vasthield in de richting die hij aangaf.   Toen de klus eindelijk was geklaard gingen we weer de zoldertrap af, sloot mijn vader het zolderluik en kroop ik weer in mijn ondertussen koud geworden bed.

Misschien roept dit verhaal ergernis bij jou op. Misschien vind jij de houding van mijn vader niet verantwoord. Misschien vraag jij je af of dit verhaal wel klopt met de werkelijkheid of ontsproten is aan mijn kinderlijke fantasie. Ook ik stel mij deze en andere vragen. Heeft mijn vader mij toen bedankt? En zo ja, hoe deed hij dat? Of en hoe hij dat deed doet er eigenlijk niet toe.

Ik ben aan het stoeien met de vraag of ik zijn en mijn angsten met hem deelde omdat ik hem graag zag of omdat ik hiermee zijn liefde probeerde te verdienen. Of ik zijn angsten heb overgenomen, of ik ze verder wil meenemen of loslaten. Dit geldt evenzeer voor zijn overtuigingen. Met mijn volle maan collage van november is er een proces in gang gezet dat niet meer te stoppen is!

Van harte, Viviane Van Pottelberghe – 22 november 2016

(*) Ann Gysemberg gaf toestemming om haar elfje op te nemen in dit logje.

brandweer
aan het
werk nadat de
storm ons dak had
aangerand

 

6 gedachten over “storm op zolder

  1. Noch ergernis voel ik, noch vind ik dat je vader onverantwoordelijk zou geweest zijn. Veel meer ga ik op in het beeldend geschreven verhaal van dat kleine meisje met haar vader op zolder, moeder aan de voet van de trapladder. Ik heb geen antwoorden voor alle vragen in je hoofd Viviane, maar wat ik zie is: liefde. In alle richtingen: van kind naar moeder, van kind naar vader, van vader naar vrouw, van vader naar dochter, van moeder naar man, van moeder naar dochter, …Misschien maak ik hiermee heel wat vragen voor jou overbodig :-).

  2. Wij lezen jouw jeugdherinnering van op een afstandje, terwijl jij er midden in staat, als je het beschrijft, verwoordt, voor ons. Dat maakt dat het voor ons een gegeven is, dat het mag zijn zoals het is. Voor jou hangt er een lading aan: gevoelens van angst, gevoelens naar je ouders toe, hoe ze waren toen en misschien ook op latere leeftijd, hoe jij nu ook van je grote ik naar je kleine ik kan kijken, en door het schrijven, beschrijven, jouw gevoelens kan herbeleven en zelfs transformeren… Vele vragen hebben niet altijd een antwoord nodig.

Reacties zijn gesloten.